home onze vereniging activiteiten Forum verslagen Fotoalbums Contact
DAG 2
Terug naar AMSTERDAM VERSLAG

Na het ontbijtbuffet wandelen we in de omgeving van het hotel.
We zien een Hollandse wolkenlucht boven groene weilanden, een open landschap, boerenslootjes met wuivende rietkragen, Wat verder van het hotel (onderweg) karakteristieke dorpjes en stolpboerderijen. Het is een waterrijk gebied.

Hotel Volendam, een "Van der Valk" hotel.
Een meerkoet met "kleine".
Rare koeien in Nederland ! !
Wilde zwanen op de sloot dicht bij ons hotel.
De molen van Volendam langs het straatje en de sloot die van ons hotel naar Volendam leidt. Zicht vanaf ons hotel, we zien de huizen van Volendam in de verte.
Vertrek om 9u uit het hotel. We stappen om 9.40u uit in de Joodse Wijk.
Links : de wegwijzers met rode tekst zijn de wegwijzers voor de fietsers.
Rechts : het huis met groen is het Rembrandthuis. Rembrandt kocht het huis in 1639, op het toppunt van zijn roem. In 1656 ging hij failliet, omdat hij zijn schulden niet meer kon betalen, toen ging hij wonen in het huis in de Jordaanwijk.
Bemerk de kleurstelling uit Rembrandts tijd: de luiken zijn van binnen engelsrood, van buiten kopergroen (aangezien ze dicht zijn is hier enkel het groen te zien).

Links : Op het Waterlooplein komen we voorbij één van de vele markten van Amsterdam. De marktkramers zijn net hun waren aan het uitstallen.

Rechts : het "stadhuisgedeelte" van de Stopera.
De Stopera werd ontworpen door de architecten Cees Dam en Wilhelm Holzbauer. Voor het nieuwe stadhuis schreef de toenmalige wethouder van Publieke Werken Joop den Uyl een prijsvraag uit. Hij wilde een stadhuis, dat tegelijkertijd een ontmoetingscentrum met de burgers was. Een van de inzendingen was een ontwerp van de Oostenrijkse architect Wilhelm Holzbauer. Het plan van Wilhelm Holzbauer werd in 1969 door de gemeenteraad aangenomen. De bouw werd jaren uitgesteld, onder meer omdat een financiële toezegging van het Rijk uitbleef.
Uiteindelijk werd in 1979 besloten om de nieuwbouw van het muziektheater te combineren met de bouw van een nieuw stadhuis. Voor dit gecombineerde plan wilde het rijk 230 miljoen gulden uittrekken. De architecten Wilhelm Holzbauer (stadhuis) en Bernard Bijvoet (opera) zouden hierbij samenwerken. Bernard Bijvoet overleed echter kort hierna. Hij werd vervangen door Cees Dam. In 1980 werd het gecombineerde ontwerp goedgekeurd door de Amsterdamse gemeenteraad.

Hierboven : het "opera" gedeelte van de Stopera.

In juli 1982 kon de eerste paal de grond in voor de Stopera, zoals het gecombineerde stadhuis en operagebouw in de volksmond ging heten. De feestelijke opening van de Stopera vond plaats in september 1986. In september 1988 trok de gemeente Amsterdam in het nieuwe stadhuis

De Blauwbrug (1884) is één van de markantste bruggen van de stad. De brug met welhaast Parijse allure verving de oude houten Blauwbrug die daar sinds 1600 een belangrijke oeververbinding vormde.
De monumentale vaste plaatbrug met drie doorvaarten heeft bijzonder fraaie pijlers van baksteen en natuursteen in de vorm van scheepsboegen met daarop marmeren zuilen voorzien van bladornamenten, kapitelen, maskers en polychrome keizerskronen als beëindiging. De vaasbalustrade is van natuursteen. De lantaarnsdragers op de zuilen hebben eveneens de vorm van scheepsboegen. De bijpassende lantaarns hebben keizerskronen.
Ook op de Amstel in Amsterdam zijn er meerkoeten. Het gebied waar we wandelden : het Rembrandthuis, het Waterlooplein (markt) , de Stopera, de Blauwbrug over de Amstel en zo komen we langs de Herengracht.
Museum Willet-Holthuysen staat aan de Herengracht 605. Het is het enige volledig ingerichte Amsterdamse grachtenpand dat dagelijks voor publiek geopend is. De laatste bewoners waren Abraham Willet (1825-1888) en zijn echtgenote Louisa Holthuysen (1824-1895). Het echtpaar was kinderloos. Mevrouw Willet-Holthuysen liet in 1895 het huis met de inboedel en de omvangrijke kunstverzameling van haar echtgenoot na aan de stad Amsterdam. De voorwaarde was dat het huis een museum zou worden, wat natuurlijk ook een manier is om je familienaam te bewaren. Het Museum Willet-Holthuysen bestaat uit stijlkamers en er zijn het hele jaar door tentoonstellingen.
Verder is er een 18de-eeuwse keuken in het souterrain, die geven een goed beeld van de dagelijkse werkzaamheden van het personeel. De keuken is een 18e-eeuwse reconstructie. Er staat een tafel gedekt voor acht personen.
Er is een 'staande diender' waar de kopjes en gebakjes op werden gezet als het personeel al weg was. In een hoek staat een oude kinderstoel en op de muur is nog een muurschildering.

Hoe rijke Amsterdammers woonden is te zien in Museum Willet-Holthuysen. In 1895 liet mevrouw Willet-Holthuysen dit 17de-eeuwse grachtenhuis na aan de stad Amsterdam, inclusief de inboedel en omvangrijke kunstverzameling van haar overleden echtgenoot Abraham.

Het huis Herengracht 605 werd gebouwd tussen 1685 en 1687. Het ligt in het deel van de grachtengordel dat in de tweede helft van de 17de eeuw is aangelegd, tussen de Leidsegracht en de Amstel.

De laatste bewoners waren Abraham en Louisa Willet-Holthuysen. Louisa Holthuysen erfde het pand in 1858 van haar vader, Gerard Holthuysen, een welgestelde koopman in vensterglas en Engels kolen. Hij had het pand in 1855 gekocht. In 1861 trouwde Louisa Holthuysen op 37-jarige leeftijd met Abraham Willet, zoon van een bekende Amsterdamse arts. Na het huwelijk lieten zij het huis grondig opknappen en werden de vertrekken op de bel-etage in de voor die tijd modieuze Lodewijk XVI-stijl ingericht. Hoewel de familie van Abraham Willet zeker niet onbemiddeld was, bood het huwelijk met de veel rijkere Louisa Holthuysen hem de gelegenheid zich volledig op zijn passie te storten, het verzamelen van kunst. De verzameling die Abraham bijeen bracht zou later de kern van het Museum Willet-Holthuysen worden

De bel-etage, waar de gasten werden ontvangen, bestaat uit zoveel mogelijk de authentieke stijlkamers.
Vroeger werd bij de rijken elke kamer in een andere kleur ingericht. Dit is de blauwe kamer. Het plafond is prachtig beschilderd. Het moet de dageraad voorstellen, die de duisternis verjaagt.
Aan de muur hangen ook veel schilderijen. Het zijn de voorouders van de familie Willet-Holthuysen. Er hangen ook 'witjes'. Die zijn zo genoemd naar Jacob de Wit, die ze heeft geschilderd. Hij heeft ook de schildering op het plafond op zijn geweten. Witjes zijn met één kleur geschilderd. Het lijkt net of ze gebeeldhouwd zijn, maar ze zijn echt gewoon plat. Als je er vanaf de grond tegenaan kijkt kun je je dat niet voorstellen.
Er staat hier ook een uitklaptafeltje waaraan de mannen spellen konden doen, bijvoorbeeld schaken
Foto hierboven ; de eetkamer.
Op de bel-etage laten de indrukwekkende balzaal, de eetkamer, de tuinkamer en de gang zien hoe de rijke familie Willet geleefd heeft .
De balzaal was het belangrijkste vertrek voor het opvangen van bezoek. Er werden gekostumeerde bals en muziekavonden gehouden. Meneer Willet organiseerde hier wel eens 'kunstbeschouwingen'. Hij liet dan prenten en tekeningen uit zijn collectie aan vrienden zien. De zaal is nog helemaal ingericht zoals de familie Willet dat heeft gedaan. Volgens mij hadden ze dan wel last van de lamp als ze gingen dansen. Die lamp hangt heel laag en is goudkleurig, met kaarsen.
Er staat een porseleinkast. Daar werd in die tijd mee gepronkt. Alle meubels komen uit Paarijs. Door de hele ruimte zie je dezelfde motieven ook terugkomen.
Louisa Holthuysen woonde er al een paar jaar toen ze in 1861 met Abraham trouwde. Hij trok bij haar in, in dat grote huis aan de gracht dat Louisa van haar vader had geërfd. Ze lieten het opknappen in Franse stijl, destijds zeer in de mode. In de grote salon zie je de rijke vloerkleden en wandbespanningen die ze zelf in Parijs hadden besteld, evenals de kroonluchter van verguld brons, de pendule en kandelabers op de schouw. Op de met blauwzijden damast beklede Louis Seize-stoeltjes en -bank konden de gasten plaatsnemen. Voor de haard op een kussen ligt nog een opgezette kat, die doet herinneren aan de vele katten die Louisa tot aan haar dood in huis had, zes jaar na het overlijden van haar man in 1888.

Door de ramen aan de achterkant van het huis heb je uitkijk op de tuin van het huis. Die is aangelegd in een 18e-eeuwse, Franse stijl. Er ligt grind en er staan buxussen, waarmee een figuur wordt uitgebeeld


Al vóór zijn huwelijk met de gefortuneerde Louisa Holthuysen in 1861 is hij als verzamelaar actief: hij koopt voornamelijk schilderijen van eigentijdse kunstenaars. Deze verzameling verkoopt hij voordat hij aan de Herengracht gaat wonen. Daar ontpopt hij zich tot een hartstochtelijk verzamelaar met een brede belangstelling op vrijwel elk terrein van kunst en kunstnijverheid. Zijn verzameling omvat  keramiek, glaswerk, zilver, meubelen en kostbare snuisterijen. Daarnaast verwerft Willet tal van schilderijen, prenten, tekeningen en foto´s. Ook verzamelt hij beelden en legt hij een bibliotheek aan.De  kunstverzameling van Abraham Willet is van een hoge kwaliteit. Met name zijn glas- en zilververzameling was en is van internationaal belang.

Hierboven : De rechter-voorkamer is ingericht als een 18de-eeuwse blauwe kamer . Het zolderstuk met goden in het luchtruim

De zilverkamer schittert van de fraaie voorwerpen. Een voorbeeld is een zilveren ananasbeker uit Duitsland uit de eerste helft van de 17de eeuw. Bronzen beelden van figuren uit de klassieke oudheid en de renaissance zijn door de Willets tijdens hun reizen naar Parijs, Rome en Napels verworven.


De Willets gingen vaak op reis, bezochten zowat alle Europese kunststeden en brachten van hun reizen veel kunstvoorwerpen, pentekeningen en ook foto's mee. Ze waren heel de zomer op reis omdat het toen "stonk" in Amsterdam ! !

De tentoonstelling toont in 4 kamers op de eerste verdieping van het huis een rijke en gevarieerde selectie uit de collectie Willet. We maken kennis met de voormalige bewoner zelf door middel van een portret van Abraham Willet op 28-jarige leeftijd, 1853, schilderij door Johan Georg Schwartze (1814-1874) (schilderij op foto hiernaast).
Hieronder: de "Heer" des Huizes (niet Hans !! )in 17de eeuws schutterskostuum (zoals de figuren op de Nachtwacht).

Er is uiteraard nog heel veel moois te zien in dit huis, wapenschilden, 17de eeuwse glasruitjes, keramiek, glaswerk, zilver, meubelen en kostbare snuisterijen . Hieronder ziet u nog een foto van onze beide gidsen in dit museum.

 

We verlaten Amsterdam en rijden zuidwaarts.
We krijgen ons middagmaal in "het Wapen van Harmelen" in Harmelen.
Lekker en overvloedig : soep, Wiener Schnitzel met veel soorten groentjes zowel warm als koud, patatjes en frietjes en dat alles gevolgd door ijs als dessert.
Harmelen is een deelgemeente van Woerden. Woerden was al een nederzetting in de tijd van de Romeinen. Vondsten uit die tijd zijn te zien in het Stadsmuseum in het uit 1501 stammende vroegere stadhuis. Woerden is een kaas-en zuivelstad, elke woensdagmorgen is er kaasmarkt.

 

Op de kaart links zien we de ligging van de Loosdrechtse Plassen t.o.v. Amsterdam (de Plassen liggen juist rechts van het rode bolletje bij Breukelen).We zien ook de ligging van Hilversum , de bekende radio- en T.V.-stad, op vijf kilometer afstand, vandaar dat in deze omgeving veel "bekende nederlanders" wonen.
Mensen met wat meer geld op de bank wonen graag in deze streek. Een deel van de buitenhuizen die je onderweg tegenkomt zijn reeds in de 18e eeuw gebouwd in opdracht van amsterdamse kooplieden die goed geld verdient hadden met de handel. Vandaag zijn het vooral de nieuwe rijken die hier hun optrekjes hebben. Als de zon strak aan de hemel staat is het in deze streek een drukte van belang. De vaarwegen worden druk bevaren
Op de kaart rechts zien we rivier De Vecht en de Loosdrechtse Plassen.

De Utrechtse Vecht is een rivier die bij de Weerdsluis in de stad Utrecht begint en bij Muiden in het IJsselmeer uitmondt. Hiertussen stroomt de Vecht langs of door de gemeenten Maarssen, Breukelen, Loenen, Wijdemeren en Weesp . De rivier stroomt dus van zuid naar noord.
Onze route is zeer gevarieerd en gaat langs de prachtige rivier de Vecht, met oude dorpjes als Nieuwersluis, Loenen en Vreeland, door het gebied van de Loosdrechtse plassen . Jammer genoeg is het bewolkt en regenachtig en na de maaltijd zitten velen van ons wat de dommelen op de bus.
De dorpen Loenen aan de Vecht, Loenersloot, Nieuwersluis, Nigtevecht en Vreeland vormen samen de gemeente Loenen .
Nieuwersluis is ontstaan doordat er een sluis in de Vecht werd aangelegd om de verbinding tussen Vecht en Angstel op hoog niveau te houden. Het dorpsbeeld van Nieuwersluis wordt gekenmerkt door de karakteristieke brug over de Vecht en de door koning Willem III gestichte kazerne
Tussen Nieuwersluis en Breukelen zijn de Vechtoevers op hun mooist. Een uiterst geschikte plaats voor rijke kooplieden uit Amsterdam, die zich hier in de 17e en 18e eeuw fraaie buitenplaatsen lieten aanleggen

Foto links : Loenen aan de Vecht kenmerkt zich door de kerktoren op het kerkplein. Aan deze toren een laatgotische kruiskerk met delen uit de 13e en begin 14e eeuw.  De toren staat iets scheef.
Langs de weg zien we de kenmerken van de huizen van de rijken : het huis heeft meestal een monumentale inrijpoort en bij het huis hoort soms een conciërgewoning en/of een theehuis.

Het zuidelijk deel van de Vecht (rond Breukelen bijvoorbeeld) ziet er 'romantisch' uit, met veel grote buitenhuizen. Hier in het noordelijker deel van de Vecht is een meer open karakter. Er staan met name boerderijen langs het water.
De dorpen Tienhoven, Oud-Maarsseveen en Westbroek zijn voorbeelden van plaatsen waar meer groen is en boerderijen.

 

Foto rechts : de Tienhovense Plassen.

Over het ontstaan van de Plassen :

Het Loosdrechtse Plassengebied was een moerasgebied, gelegen tussen de rivier de Vecht en de Utrechtse heuvelrug.
De plassen zij door de mens ontstaan. Door de vervening werd steeds meer land omgevormd tot water. Men baggerde trekgaten voor het turfsteken. Het te drogen turf werd op de legakkers gelegd. Turfstekers waren meestal arme mensen, dus tijdens het turfsteken staken ze ook wel eens wat extra turf af voor thuis. Als er dan ook nog eens een storm over het gebied heen raasde, werd er weer wat grond van de oevers afgeknabbeld. De legakkers werden steeds smaller en er ontstond een plas.

We rijden de autosnelweg op bij Utrecht.

Nog een stop voor avondeten tussen Antwerpen en Gent. Rond 20u zijn we terug bij Patteeuw in Moorslede.
Zoals het cliché het zegt: we gaan allemaal moe maar tevreden naar huis ! !

Terug naar AMSTERDAM VERSLAG
 

SITEMAP