We komen in Duitsland in de deelstaat Sleeswijk Holstein
Met een beetje vertraging op de voorziene tijd komen we om 18.20u aan in Lubeck. We maken er meteen kennis met onze gids voor Lubeck : Jan Kruyswijk
Op de bus vertelt de gids een en ander over de stad Lubeck.
De oude stad ligt ingesloten tussen de rivierarmen van de Wakenitz en de Trave (zie kaart) en heeft op indrukwekkende wijze het beeld van een middeleeuwse Duitse Hanzestad bewaard.
De Trave (denk aan Travemunde) mondt uit in de Oostzee , 20 km ten noorden van de stad
Lubeck is een oude Hanzestad.
Een Hanze (of: Hanza) was oorspronkelijk een samenwerkingsverband tussen kooplieden, in verschillende steden, die dezelfde producten verhandelden. Door samen te werken konden zij de kosten drukken, veiliger (samen!) reizen en op grotere schaal inkopen of verkopen
Vanaf 1356 werd de Hanze een verbond van steden, dus niet alleen meer van de handelaars in die steden
Lübeck werd in de 8e eeuw als Liubice door Slaven gesticht, maar in 1138 platgebrand.
Het werd in 1143 door de Duitser Adolf II van Schauenburg en Holstein weer opgebouwd.
Door haar gunstige ligging werd de stad een stapelplaats van betekenis en nam zij een leidende positie in de Hanze in.
De Noordduitse Hanzesteden handelden met de Scandinavische landen. Deze hadden zout nodig om de vis te bewaren. De schepen brachten dan vooral haring mee.
We stappen uit de bus bij de Holstentor (poort richting Holstein). Vlak achter de poort zien we de Domkerk.
De Holstentor is een stadspoort aan de westelijke toegang tot het oude stadsgedeelte. Hij is gebouwd naar het voorbeeld van de Brugse poorten.
De twee torens vormen het symbool van Lubeck
De toren staat schever dan de toren van Pisa (maar is natuurlijk niet zo hoog).
Sinds 1498 is ze in de moerasachtige bodem weggezakt
De Holstentor staat in een open groene ruimte en is aan de stadskant versierd met friezen. Aan deze kant zijn ook ramen, maar bepaalde raamopeningen zijn dichtgemetseld.
Wij gaan de rivier de Traven over. We zien imposante pakhuizen langs de rivier .
In deze pakhuizen werd het zout voor Luneburg opgeslagen in houten vaten . Zout noemden ze het witte goud van het noorden.
We staan op de brug over de Trave. In de winter staat de grond waar nu de terrasjes zijn, onder water.
Men noemde dit de "onderbroekenallee" omdat het de enige plaats in de stad Lubeck was waar men de was buiten mocht te drogen hangen. Ze hadden er immers geen kelder.
De Marienkirche (Mariakerk) in Lübeck is een grote kerk van kathedraalachtige proporties. De bouw begon rond 1250 en werd in 1351 afgesloten met de voltooiing van de twee westtorens. Heel uitzonderlijk heeft Lubeck twee kerken die 2 torens hebben : De Mariakerk en de Domkerk.
De Marienkirche is gebouwd op initiatief van de burgerij van Lübeck, die in strijd gewikkeld was met de bisschop van het bisdom Lübeck. Deze "Mariakerk" moest de dom van Lübeck in grootte en rijkdom overtreffen en diende als symbool van de rijkdom van de kooplieden van Lübeck, de belangrijkste hanzestad. De kerk is de op twee na grootste van Duitsland.
Lubeck wordt de stad van de 7 torens genoemd. Er zijn 6 kerken, waarvan twee met twee torens. Een eenvoudige optelsom leert ons dan dat één van de kerken geen torens heeft : nl. de kloosterkerk van de Franciscanen.
We stappen de bus op en doen een tochtje door de stad. We stoppen bij een andere nog bewaard gebleven poort :de noordelijke toegangstoren van de stad , de Burgtor genoemd.
Wat verder stoppen we bij het 13de -eeuwse H. Geest-Ziekenhuis met haar puntgevels en torentjes (thans nog bejaardenhuis), het best bewaard gebleven middeleeuwse hospitaal in Duitsland